VGS
"Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israël."
Lukas 2 vers 32

Jozef en Maria staan in de tempel voor de lossing van de eerstgeborene en voor het reinigingsoffer. De Zoon van God, Die rein was, zonder schuld en zonde, heeft vrijwillig al deze ceremonieën ondergaan. Het wijst naar de grote ruil: Dat Kind Jezus wordt al het onze toegerekend, en ons wordt al het Zijne toegerekend in gerechtigheid en in geloof. Dat is die vrolijke ruil waar Luther zo vaak over spreekt.
En terwijl al deze ceremonieën plaatsvinden, komt daar een mens bij. Van deze Simeon staan heerlijke dingen vermeld, vers 25: deze mens was rechtvaardig en godvrezende; verwachtende de vertroosting Israëls, en de Heilige Geest was op hem. Het hele leven van Simeon wordt gestempeld door de leiding van de Heilige Geest. Kan dat ook van uw leven gezegd worden?

Als Simeon in de tempel komt, dan wijst de Heilige Geest hem de beloofde Messias aan. Simeon twijfelt geen ogenblik. Hij gaat naar Jozef en Maria toe en met blijdschap strekt hij zijn armen uit en neemt het Kind Jezus in zijn armen. Dan spreekt hij een zegen uit. Het komt voor ons westerlingen misschien wat vreemd over, maar voor Jozef en Maria was dit niet vreemd. In het Jodendom komt het zegenen veelvuldig voor. Als Simeon daar staat met de Messias in zijn armen, gaat hij God verheerlijken over Zijn grote daden. Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien. Simeon mag het uitwonderen, hij heeft zo lang gewacht en gepleit op de beloften van de profeten. En de Heilige Geest had Hem beloofd dat hij niet zou sterven voor hij de Christus des Heeren zou zien! En hier mag Simeon in geloof dat Kind omhelzen. Het is waarheid geworden: Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven. God legt in Zijn onbegrensde liefde dit Kind op aarde. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Simeon ziet in dat Kind de zaligheid, de Zaligmaker, de Messias.

En dat mag Simeon nu letterlijk ook in het Hebreeuws zeggen. Want hij zegt: Mijn ogen hebben Uw zaligheid, Uw yeshu’ah, gezien! De naam Jezus is in het Hebreeuws Yeshua, Zaligmaker. In het woord yeshu’ah, zaligheid, hoor je dus al de naam Yeshua. Overal waar in de Bijbel heil, zaligheid, verlossing staat, hoor je in het Hebreeuws de naam van Yeshua. Nu mag Simeon zingen vanuit het diepst van zijn hart: Mijn ogen hebben Uw Yeshua, Jezus, gezien. Simeon mag hier wegzinken in de diepten van Gods genade en eeuwige liefde. Simeons ogen zijn door de Heilige Geest geopend voor het Godsgeheim, dat wonder dat besloten ligt in het Welbehagen van de Vader.

Nu heeft de Joodse Simeon de Joodse Messias in zijn armen en hij gaat profetisch zingen! Dan begint hij met de heidenen. Je zou denken: Simeon, je bent verkeerd, het heil is toch eerst voor Israël? Maar Simeon mag een blik werpen in de toekomst. Als eerste spreekt Simeon uit dat het heil van dit Kind, de Messias, een wereldwijde strekking zal hebben. De heidenvolken, de barbaren, zullen als eersten door dat Licht verlicht worden. Overal waar dat Licht gebracht wordt, tot in de diepste oerwouden, daar moet de duisternis wijken. We hebben dat gezien op het zendingsveld, hoe de hardste harten van juju-priesters en waarzegsters verbroken werden. Hoe een kerk in Izi mocht ontstaan in het blinde heidendom. Hoe de Heere jonge mannen trok tot Zijn licht om te dienen in Zijn dienst. Dat jongens stilletjes naar het graskerkje kwamen op zondag en als ze thuiskwamen stond hun vader te wachten met een stok. Ze bleven komen!

Wat een voorrecht dat wij in Nederland al eeuwenlang dat Licht ontvangen hebben. Onze voorouders waren ook heidenen. Mag u dat licht al doorgeven naar anderen? Want dat is uw taak, ook in het onderwijs op school. Want Christus heeft gezegd tot Zijn discipelen: Gij zijt het licht der wereld! Stralen wij dat licht uit? Dat is onze opdracht. Of zet u uw licht onder een korenmaat? Dat niemand het kan zien? Bent u als leerkracht zichtbaar naar de jongeren toe? Dat vraagt als leerkracht een biddend, afhankelijk leven.

De Heilige Geest laat Simeon verder zien dat ook zijn eigen volk zal delen in de heerlijkheid des Heeren. ‘En Israël zal verhogen!’  Dat Kind is de Hoop van heiden èn Jood! Vijftig jaar later mag ook Paulus er een lofzang over zingen in Romeinen 9-11. Als volk is Israël gestruikeld en door hun val is de zaligheid de heidenen geworden. Het Evangelie ging naar de heidenen toe. Maar heeft God dan het Joodse volk verstoten? Dat zij verre! zegt Paulus!

De Heere zal Zijn beloften voor het Joodse volk vervullen. Velen zullen toegebracht worden tot de kennis van Christus. Nu zijn het maar enkelingen, maar er zal een tijd komen dat Israël als volk weer rijkelijk zal delen in het heil des Heeren! De heerlijkheid zal terugkomen op dat volk. Als dat volk tot bekering komt, hoeveel te meer zal de volheid van de Joden de rijkdom der wereld zijn. Simeon mocht er in de verte met het oog des geloofs al iets van zien.

In het reformatorisch onderwijs hebben we de taak om jongeren te wijzen op de unieke positie van Israël. Als christenen hebben we de grote verantwoordelijkheid meegekregen om dit volk tot jaloersheid te verwekken. Om te bidden voor de vrede van Jeruzalem. Want als dat volk tot bekering komt, dan zal dat ook een zegen geven aan ons, de kerk. Onze oudvaders leefden daaruit, dat volk was op hun hart gebonden. Boston zegt: Wilt u een opwekking in uw kerk? Bidt dan voor de bekering van de Joden.

O kom, o kom Immanuël, verlos Uw volk, Uw Israël,
herstel het van ellende weer,
zodat het looft Uw Naam, o Heer’ !

 

Door: Ds. M.L. Dekker, Israël
"Wij zullen het niet verbergen voor hun kinderen, voor het navolgende geslacht, vertellende de loffelijkheden des HEEREN, en Zijn sterkheid en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft."
Psalm 78 vers 4

Meer informatie over het jubileum vindt u op vgs.nl/100jaar.