VGS

Burgerschap
Allereerst burgerschapsvorming op scholen. Dat is te weinig doelgericht, zo betoogt het kabinet, en daarom moet de wet aangescherpt worden. Dat is zo, vinden de Kamerleden, maar hoe geven we dat dan vorm in het curriculum en hoe zorgen we voor draagvlak bij de docenten? De Kamer vindt dat de scholen wel de vrijheid moeten hebben dat burgerschapsonderwijs naar eigen inzicht in te richten en deed een paar suggesties. SGP-Kamerlid Bisschop voegde daaraan de vraag toe waarom het kabinet naar een invulling van burgerschapsvorming in de wet wil, terwijl bij de invoering voor globale kaders is gekozen. Het is wel een goede zaak dat de ‘zachte’ kant al in de wet te vinden is, maar scholen moet hun eigen visie kunnen vertolken. Hij werd bekritiseerd door Kamerlid Van Meenen van D66 die vond dat sommige christelijke scholen te sterk hun eigen visie aan studenten opdrongen. Hij vroeg zich af of daarmee burgerschap nu gediend was. Bisschop ontkende dat de visie van en christelijke school zou leiden tot minder goed burgerschap. Hij adviseert het kabinet om –als je dan toch de wet wilt uitbreiden- dan een ‘harde’ kant toe te voegen, namelijk kennis van de democratische rechtsstaat. Bussemaker ontkende niet dat de ‘harde kant’ ook belangrijk is, maar vindt dat ook aspecten als persoonsvorming en socialisatie daarin een plaats moeten krijgen. Met de Kamer vindt ze wel dat naast de wettelijke eis van burgerschapsvorming ook gekeken moet worden hoe je dit een prominente plek geeft in het curriculum en dat je daarover met docenten moet spreken. Ze stelt voor dat na de verkiezingen op te pakken. Daar werd mee ingestemd. Het is immers verkiezingstijd…

Seksuele diversiteit
Veiligheid en acceptatie op scholen van LHBT-i neemt nog steeds toe, zo concludeert de Inspectie. Seksuele vorming op school moet echter structureler, zo vindt VVD-Kamerlid Straus. De meeste scholen besteden er wel aandacht aan, maar het is nog te veel versplinterd. Dit zei ze naar aanleiding van het onderzoek van de Inspectie van afgelopen najaar naar hoe het kerndoel seksuele diversiteit zijn weerslag heeft gekregen in de scholen. De minister antwoordde daarop dat er al veel lespakketten zijn op dit thema, en dat de minimale eis is dat scholen aan het kerndoel voldoen. Ze is wel van plan om iedere twee jaar de invulling van het kerndoel seksuele diversiteit op de scholen te monitoren. Op dit moment laat het onderzoek zien dat het goed gaat met hoe scholen invulling geven aan het kerndoel. Voor dit moment zien kabinet en Kamer dan ook geen noodzaak tot interventies.

Eigen invulling school
‘Er wordt veel vastgelegd in de wet en de kerndoelen over hoe burgerschaps- en seksuele vorming er uit moet zien. Waar ligt de ruimte van scholen om hieraan een eigen invulling te geven?’ In antwoord op deze vraag uit de Kamer antwoordde Bussemaker dat die ruimte er is in de kerndoelen en ook zeker moet blijven: ‘Invulling van die ruimte zal voor een gereformeerde school anders zijn dan voor een openbare school’. In het debat zijn geen moties ingediend. Dat betekent dat de voorstellen van het kabinet zijn gehonoreerd, en de eisen rond burgerschaps- en seksuele vorming voor dit moment niet worden aangepast.