VGS

In het pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt over duurzame inzetbaarheid die eraan moeten bijdragen dat mensen hun pensioen gezond werkend kunnen bereiken; ook degenen die zwaar werk verrichten.

Mensen worden ouder en loopbanen duren langer. Het kabinet vindt het belangrijk dat werkenden óók in de toekomst zoveel mogelijk gezond en met plezier werkend hun pensioen bereiken. Hiervoor is het nodig dat alle werkenden en werkgevers regelmatig stil staan bij duurzame inzetbaarheid, gezamenlijk vooruitkijken en gericht aan de slag gaan.

In de periode 2021 t/m 2025 biedt het kabinet daarom met het budget van € 1 miljard samenwerkingsverbanden van sociale partners in alle branches en sectoren de mogelijkheid een stevige impuls te geven aan beleid en maatregelen gericht op duurzame inzetbaarheid, langer doorwerken en een goede overgang van werkend leven naar pensioen. Activiteiten die tot doel hebben werkenden inzicht te geven in de eigen gezondheid, vitaliteit en ontwikkelmogelijkheden moeten daardoor toegankelijker worden en een vanzelfsprekende plek krijgen in loopbanen. De partijen bij de CAO PO zullen in de komende tijd afspraken maken over de wijze van beschikbaarstelling van deze middelen aan werkgevers  de sector PO. Hetzelfde geldt voor de sector VO.

Tevens zou de beschikbaarstelling van middelen moeten bijdragen aan inzicht in de eigen financiële mogelijkheden voor een op het individu toegespitste (mogelijk geleidelijke of eerdere) overgang van het werkende naar het gepensioneerde leven. Het kabinet ziet namelijk dat de huidige groep werkende zestigers de afgelopen jaren te maken heeft gehad met een aantal veranderingen in de AOW-leeftijd waarop niet iedereen zich even goed heeft kunnen voorbereiden. Een deel van deze werkenden kan zelf eerder (gedeeltelijk) uittreden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van deeltijdpensioen, een generatiepact of door pensioen eerder in te laten gaan.

Het kabinet introduceert in dit verband daarom ook een tijdelijke (2021 – 2025) fiscale drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU). De uitkeringen uit als RVU- aangemerkte regelingen worden voor een periode vrijgesteld van pseudo-eindheffing (RVU-heffing), voor zover ze niet uitkomen boven de drempelvrijstelling, die gebaseerd is op de netto-AOW, en niet meer dan drie jaren voor AOW-leeftijd worden uitgekeerd.

Let op, deze regeling betreft enkel een tijdelijke vrijstelling van een fiscale boeteheffing, bijvoorbeeld van een bij ontslag te betalen vergoeding. Als werkgever draagt u natuurlijk nog wel zelf de lasten van deze ontslagvergoeding. Meer weten? Neem contact op met uw financieel adviseur en krijg inzicht in uw school specifieke situatie en mogelijkheden.

Eerder verschenen in deze serie de volgende subsidieberichten: