VGS

De strijd tegen het virus zal de komende tijd de volle aandacht blijven vragen van ons allemaal. Tegelijkertijd constateer ik dankbaar dat het onderwijs doorgaat. En dat het denken over goed onderwijs – ook in de politiek, met het oog op de komende Kamerverkiezingen – niet stilstaat.
Als profielorganisaties hebben we samen uitgewerkt hoe we onze onderwijsvrijheid duurzaam kunnen borgen. Geef scholen ruimte om vanuit diversiteit en eigenheid kwalitatief goed onderwijs te bieden, bepleiten we in ons manifest dat we vandaag hebben aangeboden aan minister Slob. Dat werken we in drie punten uit:

  • Werk aan onderwijskwaliteit vanuit een pedagogisch perspectief;
  • Maak een lerarenagenda met aandacht voor pedagogische ruimte;
  • Geef ruimte aan de scholen om de beweging naar inclusiever onderwijs vorm te geven.

Pedagogische ruimte

Centraal staat hierin de pedagogische ruimte. Veel christelijke en reformatorische scholen slagen hierin geweldig goed. Je ziet het als je een school binnenloopt: kernwaarden pronken aan de muur; je merkt het aan de manier waarop leraren omgaan met hun leerlingen. Een warme sfeer in school is heel belangrijk. Met respect voor ieders positie – en met oog voor ieders welzijn.

Reformatorische scholen ontlenen hun pedagogische visie aan de Bijbel: God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf. Vanuit die visie geven ze les, werken ze aan sociale veiligheid, aan burgerschap et cetera: hun hele cultuur en curriculum is ermee doortrokken. Dát is de eigenheid die we bepleiten in het manifest; het unieke karakter van artikel 23 van onze Grondwet biedt die ruimte voor pluriformiteit in het onderwijs aan alle denominaties.

Spreken met twee woorden

Tegelijk benadruk ik dat onze scholen verbonden zijn met hun omgeving. Spreken met twee woorden is belangrijk voor identiteitsgebonden onderwijs: 1e: wat leert de Bijbel ons en 2e: hoe verhouden we ons jegens onze omgeving – de samenleving, de inspectie, de overheid enzovoorts.

We bereiden onze kinderen immers voor op participatie in een pluriforme samenleving. Dat vergt een investering die iedere school op eigen wijze invult vanuit zijn specifieke grondslag en pedagogisch perspectief. Dit vereist tijd en professionaliteit.

Daarom vragen we in ons manifest expliciet aandacht voor de menselijke kant van het onderwijs: investeer in meer ontwikkeltijd voor leraren, in de schoolleider als onderwijskundig en pedagogisch leider, in de lerarenopleiding, in ouderbetrokkenheid. Investeren in mensen, in menselijk kapitaal, is de beste investering ooit.

Samen voor alle kinderen

Onder die leus zouden we de samenwerking binnen Berséba kunnen omschrijven. De reformatorische po-scholen staan in nauw contact met de scholen voor speciaal onderwijs dankzij de inzet van het landelijke samenwerkingsverband Berséba. In die gezamenlijkheid zie ik de beweging naar inclusiever onderwijs. Passend onderwijs heeft binnen reformatorisch onderwijs reeds een positie gekregen waarbij de eigenheid van ons onderwijs op mooie wijze verbonden wordt aan de gezamenlijke pedagogische opdracht ten gunste van de kinderen.

Tot slot: VGS roept, samen met haar collega-organisaties, politici op ruim baan te geven aan de voorstellen uit ons manifest. Daar profiteren niet alleen de scholen van, maar de hele samenleving.