VGS

In de afgelopen anderhalf jaar heeft iedereen die dat wilde, aan de totstandkoming van de voorstellen kunnen bijdragen door feedback te geven op tussenopbrengsten van de negen teams. De ontwikkelteams – met twee leden vanuit het reformatorisch onderwijs – hebben duizenden reacties ontvangen. Ook christelijk-reformatorische scholen, Driestar educatief, KOC en de VGS hebben herhaaldelijk meegedacht. ‘Al met al een mooi en zorgvuldig proces’, meent Moens. ‘Positief dat het veld hierin een actieve rol heeft gespeeld.’

Het proces van curriculumherziening onder de vlag van curriculum.nu heeft onder meer als doel om de overladenheid van het lesprogramma terug te dringen. Er moet een kerncurriculum komen dat scholen meer ruimte biedt voor een schooleigen aanbod dat past bij hun onderwijsvisie en identiteit. De VGS juicht dat van harte toe: ‘Zo hoort onderwijsvrijheid te werken. Artikel 23 waarborgt immers de vrijheid van inrichting.’‘We zijn wel benieuwd of scholen die ruimte ook ervaren’, vervolgt Moens. Hij sluit zich daarom aan bij de wens van de Coördinatiegroep van curriculum.nu om de voorstellen op een aantal scholen uit te gaan proberen.

‘De invulling van het keuzedeel moet de kansengelijkheid versterken’, adviseert de coördinatiegroep aan minister Slob. Daar is Moens minder enthousiast over: ‘Hiermee sorteert de groep al voor op hoe scholen hun eigen aanbod moeten inzetten. Vrije ruimte moet wel echt vrij zijn. Durf het aan de scholen over te laten om hierin hun eigen keuzes te maken.’

Een ander doel van de curriculumherziening is dat weer een evenwichtige balans komt tussen de drie hoofddoelen van onderwijs: kwalificatie, persoonsvormig en socialisering. ‘De laatste jaren is echter in toenemende mate de nadruk komen te liggen op kwalificatie’, constateert de coördinatiegroep. De VGS ziet die ontwikkeling ook en is daarom blij dat het evenwicht wordt hersteld. Moens: ‘Goed dat persoonsvorming weer de plek krijgt die het verdient.’

Liefde
Tevreden is hij met de keuze om digitale geletterdheid en burgerschap steviger te verankeren in het lesprogramma. Binnen het leergebied burgerschap is, volgens VGS terecht, veel aandacht voor persoonsvorming.

In lijn met de conceptwet van Slob over verduidelijking van het burgerschapsonderwijs onderscheidt het ontwikkelteam burgerschap drie basiswaarden: vrijheid, gelijkheid en solidariteit.

‘Vanuit ons christelijk perspectief zouden wij als belangrijkste basiswaarde willen noemen: liefde, tot God en de naaste’, aldus Moens. ‘Met de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit kunnen wij uit de voeten, waarbij we wel willen benadrukken dat scholen dan ruimte moeten hebben om die begrippen zelf te kunnen definiëren.’

Een kritische kanttekening plaatst de VGS-bestuurder bij het vertrekperspectief dat het ontwikkelteam burgerschap, en ook dat van Mens & Maatschappij, heeft gekozen: de individuele leerling. ‘Die moet gaan ontdekken waar zijn grenzen liggen, wat zijn ambities en idealen zijn’, leest Moens in de voorstellen.

‘Daartegenover benadrukken wij graag de gemeenschap en het gezin als uitgangspunt: Ouders en leraren hebben een belangrijke, vormende rol. Kinderen moeten eerst bagage meekrijgen, voordat ze kunnen gaan exploreren en ontdekken.’

In het voorstel Mens & Natuur gaat het onder andere over seksualiteit. Leerlingen moeten onder meer ‘leren uitdrukking te geven aan hun eigen wensen en grenzen over relaties en seksualiteit, erkennen dat ze daarin zelf keuzes kunnen en mogen maken en daarin respect hebben voor de grenzen van anderen.’
De VGS vindt dat ‘keuzes kunnen en mogen maken’, zeker op dit tere terrein, wel binnen Bijbelse kaders moet gebeuren. ‘Juist omdat wij geloven dat seksualiteit beleven binnen de door God bepaalde grenzen mensen veiligheid en bescherming biedt’, licht Moens toe. ‘Louter het respecteren van de grenzen van ander, is onzes inziens te mager.’

Stokpaardjes
De politiek gaat de opbrengsten van curriculum.nu gebruiken voor de actualisatie van de kerndoelen voor het primair onderwijs, vo en speciaal onderwijs, na ommekomst van Slobs reactie op de voorstellen.
Wat Moens betreft, betrachten politici daarbij terughoudendheid: ‘Gebruik dit proces niet om politieke stokpaardjes te gaan berijden of om juist aan cherrypicking te doen.’
De politiek moet zich beperken tot het ‘wat’ en het ‘hoe’ overlaten aan de professionals in de scholen. De VGS-bestuurder vraagt politici daarom om tijd, geld en ruimte beschikbaar te stellen voor een vervolg, zodat scholen ook daadwerkelijk met de voorstellen aan de slag kunnen gaan en ze kunnen uitwerken. ‘Het is immers een uniek proces waar blijkbaar alle denominaties elkaar gevonden hebben in een zorgvuldig proces met een rijke uitkomst.’

Moens waarschuwt dat het lerarentekort hierbij overigens wel roet in het eten kan gooien.
De VGS’er sluit zich aan bij het advies van de Coördinatiegroep (en eerder van de Onderwijsraad) om het curriculum structureel en regelmatig te herzien. ‘Zet daar een permanente commissie op. Dat voorkomt incidentele wetgevingsperikelen.’

Waardering
De VGS heeft grote waardering voor de inzet van de twee docenten vanuit het reformatorisch onderwijs: Johannes Visser (leerkracht op De Ronde Maat te Rijssen) en Nellianne van Schaik-Maljaars (docente Nederlands op het Calvijn College in Goes). Beiden hebben het proces als intensief en verrijkend ervaren. Johannes Visser heeft tijdens de aanbieding van de curriculumvoorstellen in Den Haag het domein Burgerschap gepresenteerd.