VGS

De ontwikkelingen rondom bestuur en toezicht staan niet stil. De inspectie kijkt tegenwoordig kritisch mee over de schouder van het bestuur. Tegelijkertijd willen veel bestuurders en toezichthouders zich ook zelf verder ontwikkelen in hun rol. Soms zoeken besturen elkaar op en kijken zij in elkaars ‘keuken’ door middel van bestuurlijke visitaties of lerende netwerken. Hoe geef je als bestuur zo’n zelfevaluatie nu goed vorm? Een aantal tips:

  1. De basis van een stevige evaluatie is: vertrouwen. Zorg met elkaar dat er voldoende vertrouwen en veiligheid is om het gesprek hierover te voeren. Een vertrouwde omgeving of een ongedwongen setting kan hierbij helpen. Feedback zonder vertrouwen is een illusie.
  2. Vergeet de positieve punten niet. De valkuil bij een evaluatie is dat de negatieve punten worden opgespaard tot het evaluatiemoment, waardoor de positieve punten onderbelicht blijven. Neem hier ook de tijd voor.
  3. Bedenk van te voren hoe je de zelfevaluatie vorm geeft; dit draagt bij aan de diepgang van de evaluatie. Gebruik je een checklist? Inventariseer je vooraf vraagpunten? Maak je gebruik van een (digitale) vragenlijst die je vooraf in kunt vullen? Of breng je op basis van de Code Goed Bestuur een aantal stellingen in? Een voorbeeld van een mooie stelling: voor mij is helder waar mijn rol als toezichthouder begint en eindigt. Of: als ik de vergadering verlaat, is alles gezegd wat gezegd moest worden.
  4. Zorg ook dat bij een evaluatie beide organen, toezichthouders én bestuurders, geëvalueerd worden. Zodoende kan iedereen zich uitspreken en is er sprake van gelijkwaardigheid in de relatie. Overweeg ook eens om de medezeggenschapsraad uit te nodigen en denk vanuit ieders bijdrage aan een goede verhouding binnen de governancedriehoek.
  5. Kijk niet alleen terug, maar ook vooruit. En wanneer u met elkaar vooruitkijkt, denk dan eens na over de vraag: wat verwachten we eigenlijk van elkaar in de toekomst?
  6. Spreek met elkaar over de dilemma’s die worden ervaren in het bestuurswerk, bijvoorbeeld rondom onafhankelijkheid: je bent naast toezichthoudend bestuurslid ook ouder of kerkenraadslid, maar hoe blijf je dan toch onafhankelijk in de rol van toezichthouder?
  7. Verlies de cultuurkant niet uit het oog: hoe ervaren we de vergaderingen eigenlijk met elkaar? En is er voldoende vertrouwen tussen bestuur en toezicht? Hoe speelt ons karakter een rol in de vergaderingen? Met behulp van bijvoorbeeld een DISC-analyse kunt u ook meer inzicht krijgen in de ‘zachte’ kant van goed bestuur.

Eerder verschenen:

Heeft u vragen over goed bestuur? Neem contact op met Gerard van Rijswijk, g.vanrijswijk@vgs.nl of 0180 – 442 635, voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek.