VGS

Die boodschap geven CIO, MissieNederland, Verus en VGS mee in een brief aan de verkiezingsprogrammacommissies van alle politieke partijen.

Staatssecretaris Paul (Onderwijs) heeft enkele maanden geleden een conceptwetsvoorstel gedeeld om toezicht te organiseren op informeel onderwijs zoals zondagsscholen en de scouting. Die wet ‘vormt een disproportionele inperking van de vrijheden van godsdienst en onderwijs’, aldus genoemde organisaties, ‘en daarnaast ook een inperking van de vrijheid van vereniging en vergadering.’

Met dit voorstel overschrijdt de bewindsvrouw ‘een historische grens tussen kerk en staat.’ En ook het niet-religieus informeel onderwijs ziet zich met ongewenste toezichtmogelijkheden geconfronteerd.

Het voorstel oogstte breed maatschappelijk verzet, blijkend uit de petities en uit de vele (ook uitvoerige) kritische consultatiereacties uit brede kringen en ook uit de reactie van de Onderwijsinspectie.

Gericht en proportioneel

Als een partij tóch wil vasthouden aan enige vorm van toezicht op onderdelen van informeel onderwijs, dan moet dat wel op een ‘gerichte en proportionele’ manier gebeuren. ‘Helder afgebakend, zowel in de inhoudelijke normstelling (uitsluitend gericht op radicalisering) als in het object van toezicht (uitsluitend gericht op situaties waar zich dit voordoet).‘

CIO, MissieNederland, Verus en VGS doen daarvoor in hun brief een concrete suggestie: ze verwijzen naar de motie Stoffer c.s., waarin de Kamer uitsprak het toezicht hoogstens te willen richten op situaties van ‘radicalisering en strijdigheid met de democratische rechtsorde’, en wijst op de AIVD en het OM als instanties die relevante signalen kunnen verstrekken.