VGS

Na een gezamenlijke lunch, waar veel ruimte was voor onderlinge ontmoeting tussen kerken en scholen, opende VGS-bestuurder Pieter Moens met een openingswoord. Hij gaf aan dat uit onderzoek blijkt dat kinderen op reformatorische scholen zich veilig voelen, maar dat er ernstige individuele problemen zijn, die vaak zijn ontstaan op jongere leeftijd. Het symposium was bedoeld om inzicht in hun sociale belevingswereld te krijgen en daarover van gedachten te wisselen om helder te krijgen wat de urgente thema’s zijn. Het thema van de dag was dan ook: ‘Sociale veiligheid maak je samen’.

Overheid moet aandacht hebben voor (bijzondere) gezinssituaties

De heer P. Schalk, Eerste Kamerlid SGP en lid van het netwerk sociale veiligheid, ging in zijn bijdrage in op wat bij de overheid en in de politiek aan de orde komt aan sociale veiligheidsthema’s. Dat zijn vooral de thema’s als pesten, scholen met andere ideologieën, kindermisbruik en seksuele diversiteit. Hij zou graag zien dat de overheid ook aandacht heeft voor de gevolgen van echtscheidingen voor kinderen, de bijzondere gezinsvormen en sleutelkinderen, omdat die evenzeer de sociale veiligheid van kinderen bedreigen. En blijft er voldoende ruimte voor bijzondere scholen om een eigen visie op sociale veiligheid te hebben? Als we kijken naar het wetsvoorstel Burgerschap zal moeten blijken hoe het begrip ‘basiswaarden’ zal worden ingevuld. Lees hier een verslag van de lezing van de heer Schalk. 

Inkijkje in sociale belevingswereld

Een drietal deskundigen kwam aan het woord. Zij gaven een inkijkje in de sociale belevingswereld van kinderen, jongeren en jongvolwassenen en hun sociale (on)veiligheid. Mevrouw M. de Braal-Prins, leerkracht speciaal onderwijs, gaf vanuit haar praktijkervaringen aan dat ze bij kinderen van 0-12 jaar steeds meer problemen ziet: “In de leeftijd van 0 tot 2 jaar ontwikkelt zich het basisvertrouwen. Een kind dat niet veiligheid is gehecht is, mist het basisvertrouwen en is weinig weerbaar tegenover mensen met minder goede bedoelingen. Daarnaast is de fors toegenomen schermtijd een zorgpunt. Ook zie ik dat vele kinderen de rekening betalen van de toegenomen echtscheidingen. Het is noodzakelijk om aan weerbaarheid te werken. 

Bij tieners van 12-16 jaar ziet de heer L.A. Kroon, directeur van de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten, dat onderling buitensluiten, schelden of treiteren nogal eens voorkomt, maar dat jongeren zich niet massaal sociaal onveilig voelen. Dat blijkt uit enquêteresultaten van Koersvakanties van de Jeugdbond. Het respecteren van grenzen van tieners vraagt wel aandacht. Ze moeten ook weten bij wie ze terecht kunnen, zowel in de kerk als op school. Daarover is meer voorlichting nodig.  

De heer W.K. Petersen, locatiemanager Hoornbeeck College Amersfoort, ging in op de leeftijdsgroep jongvolwassen (16+ jaar). Petersen stelt dat jongvolwassen te maken hebben met diverse verleidingen zoals internet, films, geld, status, seks, drugs en meer. Het blijkt ook dat bepaalde problematiek, zoals pornografie, eerder normaal is dan een uitzondering. Over de veiligheid op school zijn jongvolwassen over het algemeen positief. Petersen: “Maar wat zegt zo’n cijfer van een onderzoek? Veiligheid kunnen we onderscheiden in subjectieve veiligheid en objectieve veiligheid. Subjectieve veiligheid wil zeggen het beleven van gedrag. Uit onderzoek blijkt dat zij zich gezien voelen door medewerkers. Dit is positief. Aan de andere kant ervaren ze ook negatieve ‘keuring’, waarin ze zich beoordeeld voelen over bijvoorbeeld kledingstijl. Objectieve veiligheid wil zeggen hoe deze daadwerkelijk wordt ervaren. Uit onderzoek blijkt dat men oog heeft voor elkaar en betrokken is op de ander. Een negatieve uitkomst is dat er ongeoorloofd gedrag plaatsvindt, zoals spijbelen, sexting en alcoholgebruik.”   

Klik hier voor een samenvatting van bovenstaande lezingen.

Geschetste problemen herkenbaar

Onder leiding van enkele leden van het netwerk sociale veiligheid en seksuele diversiteit werd vervolgens in groepsgesprekken doorgesproken over de problematiek in de drie afzonderlijke leeftijdsgroepen 0-12 jaar, 12-16 jaar en 16+ jaar. Uit de plenaire terugkoppeling daarvan blijkt dat het beeld dat in de lezingen is geschetst herkend wordt. Onze kinderen en jongeren hebben te maken met veel problemen en levensvragen en leven in een samenleving waar veel op hen afkomt. Veel van hen leven in gebroken gezinnen. Daarom is het van belang dat er zichtbare identificatiefiguren zijn: zien de kinderen en jongeren in hun opvoeders iets van de vreze des Heeren die immers het beginsel der wijsheid is? Wezenlijk contact maken met onze kinderen is nodig. Het is dan ook van belang om als scholen en kerken samen met de ouders van de kinderen verbinding te zoeken. Dat werd ook benadrukt door de heer R. Bisschop, Tweede Kamerlid SGP, en mevrouw G.A. Lassche-Van Grol, beleidsmedewerker Reformatorische Oudervereniging, die een plenaire reflectie op het symposium gaven. De dag werd afgesloten met een meditatie over Mattheüs 28:16-20 door ds. C. van Ruitenburg, voorzitter Deputaatschap Diaconale en Maatschappelijke Zorg van de Gereformeerde Gemeenten. 

Aan de slag

Meer samenwerking tussen scholen, kerken en gezinnen: dat is de kernboodschap in de diverse bijdragen. Het netwerk sociale veiligheid en seksuele diversiteit, dat is ingesteld door de VGS, zal met de opbrengsten verder aan de slag gaan om de scholen, kerken en gezinnen waar nodig en waar mogelijk te ondersteunen bij het bevorderen van de sociale veiligheid van onze kinderen. 

Lees hier een kort verslag van het symposium in het Reformatorisch Dagblad.