VGS

Arno Bronkhorst (bestuurder VBSO/KOC) heet de deelnemers welkom en blikt kort terug op de schoolleidersdag van vorig jaar. Hij geeft vervolgens een korte toelichting op het thema. ‘Gisteren was het de dag van de leraar of de onderwijzer. Toen heb je misschien je team bedankt en gezegd: “Collega’s, we gaan ervoor. Vandaag is het jullie dag, morgen is het mijn dag: de schoolleidersdag. Vorig jaar was het startmoment voor visieontwikkeling. Begin bij jezelf. Ik doe het beter, ik begin bij jullie.” Misschien zeiden je collega’s toen wel: “Wás je maar bij jezelf begonnen, vertel het óns maar.” We willen vandaag aansluiten bij waar we gebleven zijn en doorschakelen: de verbinding leggen.’

We zingen en lezen na het welkomstwoord een gedeelte van Psalm 139. Ds. A. van Zetten (predikant PKN Bennekom en oud-schoolbestuurder) opent de dag met gebed. Daarna spreekt hij, aansluitend bij het thema, een appelwoord uit. ‘Het onderwijs is een roeping. We zijn gezegende mensen als we niet alleen mogen genieten van dit mooie werk, maar als we ook beseffen dat we in ons Goddelijk beroep gesteld zijn en dat God ons deze plaats heeft gegeven.’

‘Begin bij jezelf, voor de spiegel en in de binnenkamer. Begin ook buíten jezelf. Hoe wil je later herinnerd worden? Hoe belangrijk vinden wij het wat mensen van ons vinden? Daar zit een gevaar aan: dat we het Woord van God niet onbekommerd onze leidraad laten zijn. Het zou onze diepste drijfveer niet moeten zijn hoe we ons verantwoorden naar bestuur en ouders, maar hoe we het eenmaal verantwoorden naar God. “Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten.” De dichter verlangt naar Goddelijke doorgronding, om op de eeuwige weg te zijn. Waarom doen en laten we dingen? Zijn we echt gericht op de eer van God en het heil van onze naaste? Of zijn we onwillekeurig druk met onze eigen positie? Durven en verlangen we schoolleider te zijn voor Gods aangezicht? Kijken we met de ogen van Jezus naar dat kwetsbare kind, de onmogelijke ouder, de complexe collega? We zijn geroepen tot navolging van Christus, die er juist was voor de kwetsbaren en verguisden, ongeacht welke consequenties dat heeft voor onze positie.

Schoolleiders zijn druk, ontzettend druk. Als je ervan geniet is dat ook helemaal niet erg. Zou het kunnen dat we als schoolleider wel heel hard werken, maar te weinig bidden? Ben je niet het meest tot zegen als je in de binnenkamer wordt gevonden? Boven alles staat dat onze kinderen God moeten leren kennen. Bid voor de collega die hopeloos vastloopt, voor het gezin waar diepe nood is. Bid dat God u tot zegen stelt. Begin buíten jezelf, in Christus Jezus. Want weet u, het gaat er boven alles om dat u op de plaats waar God u stelt de liefde van Christus uitstraalt, omdat u zelf voor die liefde bent ingewonnen.

Nehemia was een geroepen leider met een ingewikkelde klus. Hij moest het volk bereidwillig maken om de stad en tempel te herbouwen in moeilijke omstandigheden. Moeilijke omstandigheden zijn dus niet nieuw. Nehemia zegt eenvoudig wat er te doen staat: Laten we de muur van Jeruzalem opbouwen. Dat is leiderschap. Geen goedkope woorden, maar hij geeft zichzelf bloot in zijn innerlijke drive. “Ik vertelde hun over de hand van God die goed over mij geweest was.” Hij doet niet meer dan goed spreken van God. Gezegend zijn de scholen waar schoolleiders goed spreken van God. Dan zegt het volk: Laten we opstaan en gaan bouwen.’

Ds. Van Zetten wijst op het gebed van een onderwijzer. ‘Daar raak je nooit mee uitgebeden.’

Maar ik, wie ben ik toch o Heer’
die kind’ren wel Uw wegen leer
maar zelf daar afdwaal keer op keer,

‘k vermeer hun kennis, ach mijn hand
beeft waar mijn lamp hen bijlicht want
ik weet hoe zwak hoe flauw hij brandt,

en lief te hebben leer ik hen
al wie ik als Uw scheps’len ken
ik die zelf aller schuldenaar ben,

maar wilt Gij toch dat ik hen leid
Heer’ toon hen dan te allen tijd
hoe zeer Gij zelf mijn Helper zijt.

Na de openingslezing zingen we Psalm 119: 3 en 7. Dan is het woord aan Jeroen Geelhoed (directeur Strategie en markt bij Breman Installatiegroep). Aan de hand van de vraag ‘Wanneer is een organisatie goed bezig?’ neemt hij ons mee in twee concepten over hoe er naar cultuur gekeken wordt.

Twee perspectieven van hoe er naar cultuur gekeken wordt.
  1. Het concept van Robert Quinn. Een schema met twee assen: Is het een succesdefinitie die over de binnenkant of over de buitenkant van de organisatie gaat? Is het een succesdefinitie die gaat over ratio/beheersen of over emotie/flexibiliteit?
  2. Zijn, denken en doen. Een organisatie is gezond als die lijnen met elkaar in evenwicht zijn. Als je een fantastisch plan hebt wat ronkend gepresenteerd wordt, maar wat niet strookt met wie je bent en wat je wilt: dan werkt dat niet.

‘Een voorbeeld: Dr. V. De Indiase oogarts Govinda Venkataswamy begon na zijn pensioen een oogkliniek voor mensen met staar. Voordat hij startte, zei hij drie dingen:

  1. Als patiënten geen geld hebben, wijzen we ze niet af.
  2. We bieden de hoogste kwaliteit.
  3. We zijn zelfvoorzienend, niet afhankelijk van geldschieters.

Het lijkt onmogelijk om al deze punten te houden. Toch heeft dr. V. al eerder dan verwacht meer patiënten kunnen helpen dan hij van plan was.

Een visie is goed als die amore heeft. Ambitieus, Motiverend, Onderscheidend, Relevant, Echt. Maar vooral: Dat het ook je hart heeft. Het heeft diepte, het gaat ergens over. Laat mensen met elkaar praten over hun diepste drijfveer. Dan moet je het als leider ook loslaten.

Je moet wel vertalen. Wat betekent onze visie voor hoe we de organisatie inrichten? Het is een kwestie van alles, maar dan ook alles, in lijn brengen. Als je een visie neerzet waar je zelf niet in gelooft moet je eigenlijk weg. Of je moet naar een andere visie toe. Het heeft te maken met sturen, met intern beleven en zien. Als het echt je DNA is, is er geen element in de organisatie wat niet te maken heeft met de visie.

Noem het nooit cultuurverandering. Als je een visie gaat realiseren gáát je cultuur veranderen. Cultuur verandert niet in een dag. Maar het verandert wel elke dag een beetje.

Cultuur zorgt voor diversiteit in je teams. Die intern en extern prikkelt. Breng zijn, zeggen en doen in lijn. Dan ga je het niet alleen zelf zeggen, maar dan gaan ook je klanten(/ouders en anderen) zeggen wat je visie is.’

Vanuit de zaal worden er enkele vragen gesteld die beantwoord worden door het panel.

Na de pauze worden de beide lezingen verwerkt door middel van twee workshoprondes. Vooraf kon er gekozen worden uit een vijftal workshops rondom het thema.

De dag werd afgesloten met een borrel waarin schoolleiders de opgedane indrukken konden delen en elkaar konden ontmoet.