VGS

Aanleiding

De aanleiding van deze signaleringswaarde is dat er al jarenlang geroepen wordt dat onderwijsinstellingen teveel geld op de plank hebben liggen. Vanuit de Tweede Kamer zijn er regelmatig aanvragen geweest om hier wat tegen te doen. Dit heeft geresulteerd in een berekening van een normatief eigen vermogen. Zodra de school een vermogen heeft dat boven dit normatieve vermogen uitkomt, kan er sprake zijn van bovenmatig eigen vermogen.

Berekening

De berekening van dit signaleringsvermogen is als volgt:

      (0,5 x aanschafwaarde gebouwen x 1,27)
+   Boekwaarde resterende materiële vaste activa
+   (Omvangafhankelijke rekenfactor x totale baten)

De omvangafhankelijke rekenfactor is 0,05 voor besturen waarbij de totale baten groter of gelijk zijn aan 12 miljoen euro. Onder de 12 miljoen loopt de rekenfactor geleidelijk op van 0,05 tot uiteindelijk 0,1 bij besturen met totale baten van 3 miljoen euro. Voor besturen onder de 3 miljoen euro geldt een vaste risicobuffer van 300.000 euro. Belangrijke aanvulling is dat het alleen gaat om publiek vermogen.

Een snelle analyse laat zien dat schoolbesturen tot 3 miljoen euro aan baten, uit lijken te komen op een weerstandsvermogen (zoals gehanteerd in de begroting en onze rapportages) dat (veel) hoger ligt dan 10%. Boven de 3 miljoen euro aan baten lijkt het maximale weerstandsvermogen uit te komen tussen de 5 en de 10%. Vanzelfsprekend is dit een indicatie en zijn er verschillen per bestuur zichtbaar. Bovendien kunnen er omstandigheden zijn die ervoor zorgen dat er een hoger weerstandsvermogen nodig is, zie ook hierna.

Achtergrond

De inspectie geeft aan dat de norm geen vaste norm is, maar een communicatiemiddel en een startpunt voor een gesprek. Er zijn immers omstandigheden denkbaar dat de school meer vermogen heeft. Het is echter niet voldoende om dit te vermelden. Er zal een goede onderbouwing nodig zijn waarin u aangeeft een hogere reserve nodig te hebben. Naast deze onderbouwing zal de inspectie ook kijken of en hoe het geld uiteindelijk zal worden besteed.

Bij het ontbreken van een dergelijke onderbouwing, terwijl het vermogen volgens de berekening wel te hoog is, gaat de inspectie ervan uit dat het bestuur het eigen vermogen af gaat bouwen. Ook dit zal worden gevolgd. De inspectie gaat alle scholen die boven de norm zitten jaarlijks een brief sturen. 5% van de besturen die het meest boven de signaleringswaarde zitten zullen jaarlijks worden gemonitord.

De signaleringswaarde wordt een vast onderdeel van het jaarverslag (vanaf 2020). Indien het eigen vermogen hoger is dan de signaleringwaarde dan dient hierover tekst en uitleg gegeven te worden.

Omstandigheden

Het is dus niet gezegd dat u geen vermogen aan mag houden welke hoger is dan de signaleringswaarde. Er wordt aangegeven dat, naast de aanwezige risico’s, ook gespaard kan worden waardoor er (tijdelijk) meer vermogen aangehouden wordt. Ook een eventuele gemoedsbezwaardheid van de school geeft aanleiding om een hoger vermogen aan te houden. Deze zaken dienen echter wel tot uiting te komen in de toekomstparagraaf van het jaarverslag en dienen gebaseerd te worden op een degelijke onderbouwing.

Gevolgen

Bij het ontbreken van een verantwoording gaat de inspectie er dus van uit dat het vermogen zal worden afgebouwd. Doet u, of wilt u dit niet, dan gaat de inspectie handhaven. Hoe dit eruit zal gaan zien is nog niet bekend. Wel is bekend dat dit op zijn vroegst over kalenderjaar 2023 zal gebeuren. Het is dus zaak om u hierop voor te bereiden.

Uiteraard zal voor u in de rapportages of de begroting inzichtelijk worden gemaakt wat uw normatief vermogen is. Heeft u hulp nodig bij het onderbouwen van uw keuzes, is uw norm voor het weerstandsvermogen mede hierdoor aan herziening toe of heeft u andere vragen over het te hanteren vermogen? Neemt u dan contact op met ondergetekende.