VGS

Het gaat over het wetsvoorstel Uitbreiding handhavingsinstrumentarium. Eerder stemde de Tweede Kamer er al mee in.

Door veel Eerste Kamerleden waren kritische vragen gesteld. Over de noodzaak van extra bevoegdheden om op scholen in te grijpen, over de verhouding met artikel 23 Grondwet, over de waarborgen voor schoolbesturen, met name bij de spoedaanwijzing en de onduidelijke begrippen die de wetgever daarbij gebruikt.

Uiterst middel

In de beantwoording door de regering wordt opnieuw benadrukt dat deze instrumenten bedoeld zijn als uiterste middel en hooguit zeer zelden gebruikt zullen worden. Maar dat het toch belangrijk is, zeker bij belangrijke verplichtingen als burgerschap en sociale veiligheid, dat de minister in voorkomende gevallen die mogelijkheid heeft.

Seculiere visie

De volgende redenering die daarbij naar voren komt, is tekenend voor de manier waarop de seculiere partijen aankijken tegen de rol van identiteit op onze school. De minister legt uit waarom de waarborgen voor ingrijpen strenger zijn als het om de burgerschapsopdracht gaat, dan wanneer het om sociale veiligheid gaat (in dat laatste geval kan de minister sneller ingrijpen). Dat is omdat de burgerschapsopdracht meer direct kan raken aan de grondslag van de school. Sociale veiligheid is gewoon een algemene, neutrale zorgplicht, aldus de minister.

Dit laat zien dat veel politici niet in de gaten hebben hoezeer onze grondslag het hele leven doortrekt, en dus ook een andere visie op sociale veiligheid kan inhouden ten opzichte van een seculiere visie.

Verder lezen

Dit nieuwsbericht is met dank overgenomen van de VBSO.