VGS

Onderzoekskaders

De Onderzoekskaders introduceert een nieuw type inspectieonderzoek: de steekproefkwaliteitsonderzoeken. Deze komen dus naast de reguliere vierjaarlijkse onderzoeken, en naast de risico-kwaliteitsonderzoeken. De steekproefkwaliteitsonderzoeken bij een school of bestuur, “die wij in het kader van het stelselbeeld uitvoeren, hebben als doel periodiek een representatief beeld van de kwaliteit van het onderwijs op Nederlandse scholen te geven.” (par. 7.4.2)

Daarnaast heeft de Inspectie enkele verduidelijkingen aangebracht in de alinea over OPP’s. De cursieve zinsneden hieronder zijn toegevoegd, de doorgestreepte weggehaald uit het Onderzoekskader voor PO en voor VO. (Overigens was de Inspectie eerder voornemens om ook ‘ambitieuze’ doelen in een OPP te verlangen, maar die term is er o.a. op verzoek van VBSO/VGS uit weggelaten.)

De school stelt OPP’s op die voldoen aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevatten. De OPP’s zijn sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van het OPP wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij.” (OP2)

Ten slotte, wat nog niet verandert komend schooljaar: voor de relatief nieuwe standaard Basisvaardigheden (OP0) waar ook burgerschap onder valt, wordt nog geen beoordeling gegeven. De standaard wordt wel onderzocht op de scholen en ook worden er herstelopdrachten gegeven als de inspectie dat nodig oordeelt, maar er wordt nog niet met (on)voldoende beoordeeld in de inspectierapporten.

Stimulerend toezicht

De inspectie heeft zich grondig bezonnen op de vraag hoe zij kunnen bijdragen aan kwaliteitsverbetering in het onderwijs. Wettelijk heeft de Inspectie twee taken. Allereerst om toe te zien, te handhaven, op de wettelijke verplichtingen. Maar daarnaast ook om de kwaliteit te stimuleren. Sinds de Wet Bisschop probeert de inspectie deze twee taken strikt te scheiden, zodat altijd in onderzoeksverslagen zichtbaar is welke opmerkingen corrigerend zijn (toezicht), en welke opmerkingen stimulerend.

Naar aanleiding van een intern en extern onderzoek van de Inspectie is het rapport Versterking stimulerend toezicht uitgebracht, en daarnaast een Kamerbrief d.d. 26 juni 2024 van de minister, waarin verbeterpunten staan voor het stimulerend toezicht. Een greep hieruit:

  • De inspectie wil nabelcontact met de school of het bestuur introduceren na elk inspectierapport.
  • De inspectie wil actief werken aan een “kennis- en communicatieagenda” om wetenschappelijke kennis over onderwijs beter onder de aandacht te brengen.
  • De inspectie wil vaker integraal onderzoek doen naar samenwerkende schoolbesturen en samenwerkingsverbanden, met name in regio’s.

Met dank overgenomen van de VBSO.