Die oproep aan het kabinet deed ChristenUnie-Kamerlid Ceder in een debatje over funderend onderwijs op woensdag 26 november.
Dat was een vervolg op een eerder debat op 30 september. Daarin ging het onder meer over uitzendingen van Nieuwsuur over botsingen tussen religie en democratische waarden. In onze reactie op die uitzendingen onderstreepten VGS en VBSO indertijd al het belang van het goede gesprek over onderlinge verschillen: ‘Door met elkaar in gesprek te gaan en te blijven, geven we het goede voorbeeld aan onze kinderen en leerlingen: zo gaan wij als burgers van dit land met elkaar om: we zijn bereid in elkaar te investeren, om het mét elkaar uit te blijven houden.’
Stevige stem
‘Het is goed dat scholen, ouders en andere betrokkenen dat gesprek met elkaar aangaan’, benadrukte ook Ceder. Staatssecretaris Becking (Onderwijs) erkende het belang van het goede gesprek op school: ‘Ik moedig ook schoolbrede gesprekken aan via de route van de formele medezeggenschap en via de informele routes die reeds op scholen bestaan.’
Omdat hij al werkt aan een wetsvoorstel om de stem van leraren en schoolleiders beter te borgen, ‘met als doel dat ze een stevige stem krijgen in de beslissingen die in het onderwijs worden gemaakt’, acht hij Ceders motie ‘overbodig’.
Ceder gaat erover nadenken of hij zijn motie toch in stemming laat brengen.
Dialoog
Samen met de andere profielorganisaties pleit de VGS consequent voor een dialoog over doel en bedoeling van het onderwijs met alle relevante gesprekspartners. Zo’n fundamenteel gesprek is volgens ons nodig voor je overgaat tot het invoeren van allerlei concrete wetgeving.
Onze inzet voor genoemd gesprek is dat we aandacht vragen voor het pedagogisch perspectief: goed onderwijs vraagt om een evenwichtige balans tussen persoonsvorming, kwalificatie en socialisatie. Daarnaast is vertrouwen in en ruimte voor onderwijsprofessionals nodig, om leerlingen te bieden wat zij in hun context en met het oog op hun brede ontwikkeling nodig hebben.