Dat stellen VGS en VBSO in een bijdrage die ze hebben gedeeld met de commissies van SGP, CU en CDA die werken aan de verkiezingsprogramma’s voor de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025.
Op onze scholen groeien leerlingen op in een veilige omgeving waarin de opvattingen van de school aansluiten bij die van thuis en de kerk. Die warme cocon biedt kinderen bescherming én ruimte voor ontwikkeling. Van daaruit bereiden we hen met opgroeien geleidelijk voor op participatie in de samenleving, zodat zij daarin hun steentje kunnen bijdragen. Dat doen we niet omdat het (van de overheid) moet, maar omdat dit een Bijbels opvoedingsdoel is.
In dat licht vragen we van de politiek om ruimte te houden voor bijzondere scholen. Die zijn een verrijking voor het onderwijsbestel: voor ouders valt er dan echt wat te kiezen. Verder zijn ze van meerwaarde voor de hele samenleving. Een investering in onze scholen rendeert dus breed.
Consistente waarden
Waarom christelijk-reformatorisch onderwijs goed is voor iedereen?
- Onze scholen geven leerlingen heldere, consistente waarden en normen mee, gebaseerd op de Bijbel. Die zijn heilzaam voor iedereen.
- Juist omdat onze leerlingen leren wie ze zijn en waar ze voor staan, weten zij zich prima te verhouden tot anderen in een pluriforme maatschappij. Zo dragen ze bij aan sociale cohesie.
- Leerlingen op onze scholen krijgen gemeenschapszin mee: je bent niet alleen en niet voor jezelf op de wereld. Ze leren als christen zelfstandig en actief verantwoordelijkheid te dragen voor de belangen van de gemeenschap in en buiten de school.
- Al onze PO- en VO-scholen gaan segregatie tegen: ze staan open voor mensen uit alle lagen van de samenleving: hoog- en laagopgeleid, rijk en arm et cetera.
Mainstreamopvattingen
In dat licht pleiten we er onder meer voor om scholen vrijheid te geven hun godsdienstige, morele en ethische opvattingen voluit te laten doorwerken in het onderwijs, ook als die niet stroken met mainstreamopvattingen (mits niet strijdig met de rechtstaat).
Scholen moeten ook vrijheid hebben om zélf hun verantwoordelijkheid te nemen bij het mee helpen oplossen van maatschappelijke opgaven: dat ze met publiek geld worden bekostigd, maakt van scholen nog geen beleidsinstrumenten van de overheid; leg maatschappelijke problemen niet zomaar en zonder meer op het bordje van het onderwijs.
Onderwijsdoelen
Samen met de profielorganisaties Verus, VBS, VVS, ISBO en VOS/ABB heeft de VGS begin juli een brief met tien punten verzonden aan de verkiezingsprogrammacommissies van alle politieke partijen.
Daarin roepen we hen ertoe op een breed overleg met alle bij het onderwijs betrokken partijen te organiseren over de bedoeling en doelen van het onderwijs. Dat gesprek moet resulteren in een gezamenlijk gedragen perspectief op onderwijs en tot herstel van bestuurlijke verhoudingen.
In onze brief vragen we verder om erkenning van ‘de belangrijke rol en verantwoordelijkheid van schoolbesturen in een onderwijsbestel gebaseerd op positieve subsidiariteit.’ In zo’n bestel belegt de overheid waar mogelijk de verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen op school bij het schoolbestuur, het schoolbestuur op schoolniveau en de schoolleider op het niveau van de klas.
Als profielorganisaties opperen we verder om pluriformiteit van aanbod mee te nemen als criterium bij het opnieuw vormgeven van het stelsel van stichtings- en opheffingsnormen en de kleinescholentoeslag.
Ouderverbondenheid
Scholen moeten ruimte krijgen, stellen we in onze gezamenlijke brief, om zich op hun eigen manier te verantwoorden over hun pedagogische opdracht en de manier waarop ze aan socialisatie en persoonsvorming bij hun leerlingen werken.
Scholen zouden ook (meer) werk moeten kunnen maken van ouderverbondenheid, zodat ze nog meer pedagogische gemeenschappen worden waarin de verwachtingen van ouders en school op elkaar zijn afgestemd ten gunste van een ontspannen ontwikkeling van de leerlingen.
Tot slot vragen we de politiek om steun voor scholen die werk maken van inclusiever onderwijs.