VGS

We komen in de praktijk regelmatig de gedachte tegen dat er twee soorten toezichthouders zijn. Echte toezichthouders zijn te vinden bij grotere organisaties (vaak meerdere scholen) met een directeur-bestuurder en een volwassen MT. Kleine éénpitters kennen een ander soort ‘halve’ toezichthouder waarvoor andere regels gelden, zo wordt vaak (onbewust) verondersteld.

Dit beeld klopt niet met de principes van goed bestuur. Het maakt namelijk niet uit welk type toezichthouder je bent. Toezichthouder bij een grote schoolorganisatie of toezichthoudend bestuurder bij een éénpitter en een vrijwilligersbestuur, van beiden wordt hetzelfde verwacht. Elke toezichthouder heeft namelijk de toezichtstaken uit te voeren zoals deze zijn vastgelegd in de wet en uitgewerkt in de code Goed Bestuur. Ook bij een functionele scheiding aan de bestuurstafel zijn toezichthouders echte toezichthouders met alle lusten en lasten die daarbij horen.

Op het terrein van personeel en identiteit kent een aantal van de VGS-scholen overigens wel een uitzondering van de toezichtstaak, zo is onze observatie. Deze onderwerpen worden gezien als een typische taak die het hele bestuur aangaan. Bij deze onderwerpen besturen de toezichthoudende bestuursleden dus volop mee. Op alle andere terreinen echter hebben de toezichthouders onafhankelijk toezicht te houden op het bestuur en daar ook verantwoording van af te leggen.

Overigens is de gedachte dat er verschil is tussen toezichthouders wel begrijpelijk. Het is in de beleving nogal een verschil of je toezicht houdt op een professioneel bestuur bestaande uit één of meerdere stevige bestuurders (College of Raad van Bestuur) of dat je als betrokken vrijwilliger toezicht houdt op medebestuursleden (of op de directeur-bestuurder als deze de bestuurlijke bevoegdheden heeft gekregen). In het laatste geval is er veel minder afstand en meer betrokkenheid op de organisatie en de mensen daarin. Bovendien is er vaak sprake van dubbele petten en een hechte gemeenschap. Het valt niet mee om kritisch te durven zijn op een bestuurder die je in andere verbanden weer tegen kan komen.

Hoe is dit probleem op te lossen? De VGS adviseert om te werken aan een goede scheiding van bestuur en toezicht en een onafhankelijke houding. Niet alleen omdat de Onderwijsinspectie hier steeds meer op gaat letten (meerdere scholen kregen al een herstelopdracht rond dit onderwerp!), maar vooral omdat een goede en zuivere rolverdeling dienstbaar is aan het goed functioneren van de school. En daar is het onderwijs aan de kinderen uiteindelijk goed mee.

Eerder verschenen:

Heeft u vragen over goed bestuur? Neem contact op met Marco van Eckeveld, m.vaneckeveld@vgs.nl, voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek.