Sterke samenwerking als fundament
Een belangrijk aandachtspunt in de bijdrage is het voornemen van het kabinet om de regio-indeling van samenwerkingsverbanden opnieuw tegen het licht te houden. Dat is een van de zaken die ons in de Kamerbrief van 24 april opviel. De vier organisaties pleiten ervoor om zorgvuldig om te gaan met de bestaande structuren. In de huidige regio’s is veel geïnvesteerd. Die heeft geleid tot sterke, landelijk dekkende samenwerkingsverbanden zoals Berséba en RefSVO, waarin innovatie, samenwerking en een breed ondersteuningsaanbod hand in hand gaan. Dat biedt stabiliteit én kwaliteit.
Inclusief onderwijs vraagt om heldere kaders
De ingezette beweging richting inclusiever onderwijs wordt op hoofdlijnen positief ontvangen. Wel vragen we om duidelijkheid over de invulling. “Wat bedoelen we precies met ‘inclusief onderwijs’? Een gedeeld begrip voorkomt verwarring en maakt het mogelijk om gericht te bouwen aan passende ondersteuning voor iedere leerling.
Bekostiging: zet in op continuïteit
Ook over financiering denken we graag mee. Wij onderschrijven het belang dat middelen terechtkomen waar ze het meeste effect hebben. Tegelijkertijd pleiten we voor meer structurele in plaats van tijdelijke bekostiging. “Subsidies voor bijvoorbeeld hoogbegaafdheid leveren waardevolle resultaten op, maar verdienen een stevigere, structurele verankering. Dat geeft rust en ruimte voor duurzame ontwikkeling.
Samen verder bouwen aan passend onderwijs
Tot slot spreken we waardering uit voor de inzet van scholen en leraren, juist in tijden van personeelstekort. “We zijn trots op wat al bereikt is in onze scholen. Dagelijks zetten teams zich met toewijding in om leerlingen te bieden wat zij nodig hebben. We hopen dat het debat op 21 mei bijdraagt aan beleid dat deze inzet ondersteunt en versterkt.
Met deze inbreng willen de organisaties constructief meedenken over een toekomstbestendig passend onderwijs. Onze boodschap is helder: