VGS

Ook in het VGS-identiteitsprofiel is het een uitgemaakte zaak dat het het personeel is dat binnen de school dé cruciale rol speelt. Het zijn immers de personeelsleden die immers voor de leerlingen ‘goede voorbeelden’ (dienen te) zijn. Niet alleen met wat ze zeggen, maar ook met wat ze doen of juist laten. Het is daarom ook logisch dat scholen aan hun personeelsleden hoge eisen stellen. Niet alleen onderwijskundig, didactisch, maar ook qua identiteit.

Met het oog daarop wordt bij de VGS-schollen via de arbeidsovereenkomst een formeel-juridische binding aan de grondslag geregeld. Daarbij hoort in de uitwerking ook ‘trouw’ en ‘loyaliteit’ aan de identiteit. Vanwege het belang van deze ‘eensgezindheid’ wordt in het profiel dan ook gesteld dat als een personeelslid zich ‘op enig moment van dit profiel distantieert’, dit ‘rechtspositionele gevolgen’ heeft. De motivatie daarvoor is dat in zo’n geval een personeelslid immers ‘geen geloofwaardige bijdrage’ meer kan leveren aan de verwezenlijking van de opdracht van de school. Hij of zij kan dan immers voor de leerlingen geen identificatiefiguur meer zijn.

Het profiel maakt daarbij geen onderscheid tussen de verschillende categorieën van personeel op een rond een school (onderwijsgevend, ondersteunend of leidinggevend): binnen de gemeenschap van de school hebben zij immers allen contacten met leerlingen.

Bij het zijn van identificatiefiguur hoort eigenlijk als vanzelf dat de personeelsleden ook (belijdend) lid van één van de reformatorische kerken dienen te zijn. In het profiel wordt er een aantal met name genoemd: Christelijke Gereformeerde Kerken; (vrije) (oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland), Hersteld Hervormde Kerk of de Protestantse Kerk in Nederland (voor zover het een gemeente betreft die zich in het bijzonder verbonden weet met de gereformeerde belijdenisgeschriften).