Home / Artikel: Vurige liefde voor de leraar lokt zegen uit

Artikel: Vurige liefde voor de leraar lokt zegen uit

“Lééf je waarden.” Dat was het motto van de eerste week van het christelijk-reformatorisch onderwijs (22-26 januari jl.). Dé kernwaarde is natuurlijk: liefde. Schittert die in onze omgang als ouders en ambtsdragers met de school? 

In navolging van Christus houdt Paulus de lezers van zijn Romeinenbrief – en daarmee ons – een hoge standaard voor (12:10): “Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde, met eer de een den ander voorgaande.”

De kanttekenaren lichten toe dat dit verder gaat dan aardig zijn voor elkaar. De apostel bedoelt hier die liefde “waarmee de ouders hun kinderen van nature liefhebben, welke is de grootste en heftigste”. 

Elkaar zó liefhebben, is gehoorzamen aan Gods geboden (zie bijv. 1 Joh. 2). In de praktijk brengen wat de Heere van ons als christenen vraagt. Eenheid betrachten in leer en leven. Kortom: integer zijn. 

Voor dat belangrijke thema “integriteit” vragen VGS, Driestar educatief, RMU en ROV dit jaar samen aandacht binnen ons project Onderwijs van Waarde. In dat kader organiseerden we de week van het christelijk-reformatorisch onderwijs. 

Met die bijeenkomst en op andere manieren willen we in 2024 alle betrokkenen bij dat onderwijs inspireren en activeren om vanuit onze christelijke identiteit te werken en die positief uit te dragen – binnen de schoolgemeenschap en naar de samenleving toe.  

Hoe kunnen we onze Bijbelse waarden léven? Christen zijn én christelijk doen? Daar hoort bij: kennen en ervaren we de meerwaarde van christelijk-reformatorisch onderwijs voor onze kinderen? Dat zij op school in hetzelfde principiële klimaat opgroeien als thuis en in de kerk. Waar ze dezelfde waarden en normen meekrijgen. Dat biedt hun houvast en veiligheid. 

Zachtmoedigheid 

Bij integriteit past ook: kennen we als bestuurder, leraar, ouder of ambtsdrager onze eigen plek in de schoolgemeenschap én respecteren we de ander in zijn rol, geven we hem ruimte?  

Daarop voortbordurend: hoe gaan we als ouders en ambtsdragers liefdevol om met onze naasten op school? Als Paulus in Romeinen 12 spreekt over “broederlijke liefde” verwijzen de kanttekenaren naar Éfeze 4:2. Daar beschrijft de apostel dat we “met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid” met elkaar moeten omgaan, “verdragende elkander in de liefde”. 

We horen elkaar te bejegenen “met alle burgerlijke eerbied en beleefdheid”, aldus opnieuw de kanttekenaren, “zonder te verwachten dat gij eerst van uw broeder alzo bejegend wordt”. 

En dat niet alleen omdat we nu eenmaal met elkaar een gemeenschap vormen om de school. Voor wie zich door genade Gods kind mag weten, zit daar nog een diepere verbondenheid onder, namelijk de geloofsband met de andere kinderen van dezelfde Vader in de hemelen. 

Strubbelingen 

Wat betekent dit concreet, vertaald naar de schoolpraktijk? Ouders mogen rekenen op een respectvolle benadering door de school. Die neemt hen op een toegankelijke manier mee in veranderingen en beslissingen. Leraren bespreken strubbelingen met ouders niet zomaar in de personeelskamer met andere collega’s. Ze nemen ouders serieus en bereiden een gesprek met hen voor met een ib’er of leidinggevende. 

Voor ouders geldt: hoe spreken we thuis over school? Allereerst met de Heere: bidden we voor allen die op school werken? En met onze gezinsleden. Allen die over ons gesteld zijn, behoren we “alle eer, liefde en trouw” te bewijzen. We moeten ons met “behoorlijke gehoorzaamheid” aan hen onderwerpen en “met hun zwakheden en gebreken geduld hebben” (HC vraag 104). Stralen we dát uit als we over de juf en meester praten? Voor kinderen is het cruciaal dat hun vader en moeder thuis positief zijn over school. 

Kanttekeningen

Aan ambtsdragers de vraag: heeft de school een vaste plaats in uw voorbede? Weten leraren zich verzekerd van uw warme steun en betrokkenheid? Of kennen ze u alleen van kanttekeningen bij het Bijbelverhaal of de liederen?  

Mogen ouders of ambtsdragers dan niets meer van de school zeggen, zelfs als daar wel degelijk dingen mis (dreigen te) gaan? Natuurlijk wel, maar integer handelen vergt zorgvuldigheid en evenwichtigheid. Lastige onderwerpen goed aankaarten vereist om te beginnen een relatie waarin school en ouders/ambtsdragers elkaar regelmatig ontmoeten. Spreek nooit met anderen negatief óver de school, maar praat mét de school. Laat leerpunten dan zacht landen: geef minstens tweemaal zoveel positieve feedback als kritiek.  

Respecteer elkaar over en weer. De school heeft een eigenstandige positie: het is geen kerk, vaak is de achterban een stuk breder. En een eigen takenpakket: de school bereidt kinderen voor op de samenleving, maar neemt niet de opvoedingsverantwoordelijkheid van ouders over. 

Zegen 

Waar iedereen rond de school zó liefdevol met elkaar omgaat, gebiedt de Heere Zijn zegen. “Daar woont Hij zelf, daar wordt Zijn heil verkregen. En ’t leven tot in eeuwigheid” (Psalm 133:3 ber.). 

 C. de Groot (beleidsadviseur VGS)

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Bewaar het Pand.