Home / Column: Voorbeeld zijn

Column: Voorbeeld zijn

Herman Wilbrink, leerkracht Ds. C. de Ridderschool Nunspeet

Nonchalant keek hij me aan. De andere leerlingen waren al naar huis en na schooltijd had ik nog een gesprek met deze jongen. In de pauze was het misgegaan. Hij had een ander kind geslagen en zonder enig gevoel van spijt had hij me zojuist verteld dat diegene het gewoon had verdiend. Ik liet bewust een stilte vallen, voordat ik hem vroeg: ‘Wat zou de Heere Jezus gedaan hebben als Hij in jouw schoenen stond?’ Meteen sloeg de jongen zijn ogen neer, slikte en beet op zijn lip. Het duurde even, voordat hij zachtjes antwoordde: ‘Zoals Hem word ik nooit.’
Stilte…

Bovenstaande vraag stel ik vaker aan mijn leerlingen. Maar dit gesprek van een paar jaar geleden kan ik me nu nog helder voor de geest halen. De vraag raakte deze leerling. Dat erkende hij later en zijn ouders ook.

Het spreekwoord ‘Goed voorbeeld doet goed volgen’ komt in het onderwijs (soms ongemerkt) maar wat vaak terug: als leerkracht zijn wij een voorbeeld in wat we doen en laten, we doen een som voor of we noemen een voorbeeld om de uitleg nog wat te verduidelijken. Maar hoe mooi is het dat we in ons onderwijs telkens mogen wijzen op hét Voorbeeld, Die voor ons allemaal een Voorbeeld zou moeten zijn? Dat is toch een toevoeging voor ons reformatorisch onderwijs?

Op openbare basisscholen wordt er ook gewezen op de waarden en normen van onze samenleving. Dat is natuurlijk mooi, maar met welk doel doen wij dat? Waarin verschillen wij, als reformatorische onderwijzers, dan van onze collega’s op openbare scholen? Ik vermoed dat het antwoord te maken heeft met het toekomstperspectief. Als het goed is, voeden we allemaal onze kinderen zo op dat ze een goede toekomst krijgen. Maar volgens mij zit daarin ook het verschil. Want voeden wij onze kinderen alleen op voor een werkzaam leven, een goede relatie met de mensen om hen heen, enz.? Of zijn wij ook écht bezig om de leerlingen voor te bereiden op hun eeuwige toekomst? Om na dit leven voor altijd God groot te maken?

Wat is het dan mooi als wij tijdens ons werk (en in ons dagelijks leven) al iets mogen laten zien hoe goed het is om God te dienen. Om dat te mogen vertellen in woorden en daden, zodat onze leerlingen jaloers op ons worden en God ook graag willen dienen. Zodat we elkaar kunnen opwekken om zo samen naar de Heere toe te gaan en meer en meer op Hem te gaan lijken. En dan is de cirkel in deze column rond en zijn we terug bij af. ‘Zoals Hem word ik nooit.’ Daarom is de bede nodig: ‘O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk.’