VGS

Gepubliceerd op: 26 nov 2020 om 16:55 | Gewijzigd: 9 dec 2020 om 12:00

Om de negatieve rentebetaling zoveel als mogelijk te beperken zijn er een aantal alternatieven:

1. Spreiding van vermogen binnen de bestaande rekeningen bij de Rabobank

Onlangs hebben wij contact gehad met de Rabobank om na te gaan welke mogelijkheden er bestaan om de negatieve rente over de tegoeden bij de Rabobank te beperken en/of te voorkomen.

Uitgangspunt *) is: het saldo van één rekening-courant en één spaarrekening is tot een bedrag ad € 250.000 vrijgesteld van negatieve rente per rekening. Het openen van nieuwe rekeningen bij de Rabobank voorkomt geen negatieve rente. De Rabobank heeft aangegeven de bestaande situatie van bankrekeningen niet eenzijdig te wijzigen. Dit biedt perspectief voor de besturen die op dit moment al meerdere rekeningen bij de Rabobank hebben lopen. Voor alle bestaande rekeningen geldt namelijk nog wel dat tot een saldo van € 250.000 per rekening geen negatieve rente wordt berekend.

Om negatieve rente te voorkomen is het raadzaam om in eerste instantie de ruimte te benutten die er binnen de bestaande rekeningen is. Hiervoor kunt u uw banksaldo voor 1 januari 2021 zoveel als mogelijk over de bestaande rekeningen verdelen. U kunt dit zelf regelen. Voor de rekeningen waarvoor de VGS is gemachtigd kunt u dit in overleg doen met uw relatiebeheerder Financiële Administratie.

*) De situatie zoals hierboven beschreven is gebaseerd op het advies dat wij op 10 november 2020 van de Rabobank hebben ontvangen. Het is mogelijk dat de voorwaarden in de loop van de tijd door de bank worden aangepast. Hiervoor kunnen wij als VGS echter geen verantwoordelijkheid dragen.

 

2. Geld wegzetten bij een andere bank

Uiteraard is het ook mogelijk om een deel van het spaargeld weg te zetten bij een andere bank wanneer optie 1 op dit moment niet toereikend is. Aandachtspunt hierbij is dat het om een bank moet gaan met minstens een single A-rating conform de regeling beleggen, lenen en derivaten.

 

3. Defensief beleggen met privaat vermogen

Het is mogelijk om privaat vermogen te beleggen. Er moet echter wel worden nagegaan of het treasurystatuut dit toelaat. Zo niet, dan moet dit worden aangepast. Daarnaast is het van belang vooraf te onderzoeken wat de vrij beschikbare private middelen zijn. Als er in het verleden bijvoorbeeld gelden zijn uitgeleend aan een bepaalde partij, dan beperkt dat de mogelijkheid om te beleggen. Dat geldt ook voor investeringen in materiële vaste activa, die privaat zijn gedaan. Wordt er teveel geïnvesteerd, dan wordt dit beoordeeld als onrechtmatig met een verslag van bevindingen tot gevolg.

Aangezien volledig beleggen op de beurs (offensief beleggen) vanwege de risico’s en de mogelijkheid van sterk fluctuerende koersen geen serieuze optie is, zal gekeken moeten worden naar defensievere vormen van beleggen. Zo kan onder meer gedacht worden aan het beleggen in relatief risicoarm onroerend goed. Voor onderwijsinstellingen met een privaat vermogen vanaf € 100.000 is deze vorm van beleggen zeker een optie. Daarnaast is defensief beleggen via uw huisbank (bijvoorbeeld in de vorm van ledencertificaten) of een beleggingsinstelling een mogelijkheid. Er zijn verschillende combinaties mogelijk, maar meestal wordt het grootste deel van het vermogen belegd in staatsobligaties en een deel in aandelen. Deze zogeheten effecten worden op marktwaarde gewaardeerd. Ondanks het stabielere karakter kan jaarlijks sprake zijn van fluctuaties. Het is belangrijk dat de resultaten aan belanghebbenden kunnen worden uitgelegd, óók bij verliezen. Hiervoor is het noodzakelijk bewustzijn te creëren bij de betrokkenen. Defensief beleggen levert meestal relatief weinig op (risico en rendement gaan samen op). Om die reden is er nog maar een beperkte hoeveelheid onderwijsinstellingen die belegd vermogen heeft.

Om de mogelijkheden te verkennen adviseren wij u contact op te nemen met uw huisbankier en/of accountant en samen te bekijken welke beleggingsproducten binnen het defensieve profiel passen. Zij kunnen u tevens meer inzicht bieden in het beschikbare private vermogen. Indien aanpassingen aan het treasurystatuut nodig zijn, kunt u contact met ons opnemen.

 

4. Schatkistbankieren

Schatkistbankieren is bedoeld voor instellingen die een wettelijke of publieke taak uitvoeren en hiervoor gelden van het Rijk ontvangen. Dit houdt in dat instellingen met minimaal 1 miljoen euro aan liquide middelen of instellingen die minimaal 15 miljoen euro per jaar aan publieke middelen ontvangen hun middelen aanhouden op een rekening-courant of in deposito bij het ministerie van Financiën. Zij ontvangen daarvoor een rentevergoeding.  Door schatkistbankieren verlaat publiek geld de schatkist pas op het moment dat het wordt uitgegeven. Op deze manier wordt voorkomen dat de overheid bij een bank leent, terwijl onder meer onderwijsinstellingen hun overtollige middelen daar hebben uitstaan. Voor onderwijsinstellingen is er de mogelijkheid om vrijwillig mee te doen aan schatkistbankieren. Voor hen gelden daarbij niet de minima van 1 miljoen euro aan liquide middelen en de 15 miljoen aan publieke ontvangsten om te kunnen deelnemen.

Voor meer informatie over schatkistbankieren verwijzen wij u naar het artikel hierover op onze website.

Vragen?

Voor advies op maat kunt u contact opnemen met uw relatiebeheerder Financiële Administratie.