VGS

In de huidige systematiek wordt de bekostiging vastgesteld op het niveau van de school. De verstrekking ervan vindt plaats op bestuursniveau. Daardoor ontvangen schoolbesturen de autonomie en vrijheid om de bekostiging in te zetten op een manier, die bij de lokale situatie past. Om redenen van toegankelijkheid en diversiteit is het mogelijk dat een schoolbestuur aan de ene school meer middelen toekent dan aan de andere. De minister geeft aan zeer aan deze flexibiliteit in het stelsel te hechten.

Nadelen bekostiging op schoolniveau

De minister wijst op diverse nadelen, die kleven aan een bekostiging op schoolniveau. Zo heeft een school in die situatie minder mogelijkheden om schaalvoordelen te realiseren, waardoor er meer geld overblijft voor handen in de klas. Wellicht valt dit via een coƶperatie nog wel voor een deel te realiseren, maar hij verwacht daar niet veel van. Verder wijst hij erop dat bij bekostiging op schoolniveau ook verantwoording op schoolniveau hoort. Dit leidt tot een grote toename van administratieve lasten en overhead. Ook hebben grotere organisaties meer mogelijkheden om deskundigheid op te bouwen. Bekostiging op schoolniveau zou er ten slotte ook toe leiden dat iedere school een eigen reserve aan dient te houden. Daardoor zouden de reserves in het onderwijs weer toenemen. Het is juist van belang om bovenmatige reserves in het onderwijs terug te brengen, aldus de minister.

Impuls tot gesprek

Om het gesprek tussen de verschillende betrokkenen binnen de school te stimuleren, wijst de minister op de volgende punten:

  • Het wetsvoorstel om de medezeggenschapsraad instemmingsrecht te geven op de hoofdlijnen van de begroting
  • Maatregelen om de rol van de schoolleider te versterken
  • Het verzoek aan besturen van meerpitters om in de jaarverslagen 2019 en 2020 aan te geven hoe de bekostiging over meerdere scholen wordt verdeeld.

Reactie VGS

De VGS kan zich vinden in de argumenten van de minister om niet tot bekostiging op schoolniveau over te gaan. De VGS hecht aan de beleidsruimte voor schoolbesturen om, in goede samenspraak met de medezeggenschapsraad, gemotiveerde keuzes te maken voor wat betreft de allocatie van de middelen. Reductie van de administratieve lasten en de daarbij behorende kosten betekent ook dat er uiteindelijk meer geld overblijft voor het primaire proces.